Een berichtje sturen via e-mail is zo gebeurd. Maar hoe schrijf je dat je dat hebt gedaan? Er zijn nogal wat varianten mogelijk (geëmailt, ge-emaild, ge-E-maild …), maar er is er maar eentje goed.
Juiste spelling: ge-e-maild
- Het werkwoord e-mailen schrijf je met een kleine e en een koppelteken (streepje) na de e. Dat blijft ook zo als je het voltooid deelwoord gaat schrijven.
- Het voorvoegsel ge- schrijf je altijd aan het grondwoord vast. Om uitspraakproblemen te voorkomen, krijg je daarbij soms een trema: geëffend, geërgerd.
- Maar: e- is hier een losse letter (met de betekenis electronic) die met een streepje aan het volgende woord vastzit. Daarom krijgt die e- geen trema, maar een koppelteken.
- De stam van het werkwoord e-mailen eindigt op een -l. Die zit niet in ’t kofschip, dus het voltooid deelwoord eindigt op een -d.
- De juiste spelling is dus: ge-e-maild.
Tip!
Twijfel je over de juiste schrijfwijze van ge-e-maild? Schrijf dan gewoon: ‘Ik heb je gemaild.’
Meer weten
Lees de toelichting van de Taalunie op deze spellingkwestie.