Een dt-fout is de ergste fout die je kunt maken, vinden veel mensen. Zij ergeren zich wild aan *Later wordt ik dolfijnentrainer en *Hopelijk gebeurd dit niet opnieuw.
Deze fout komt veel voor, terwijl het echt niet moeilijk is om te weten wanneer je een -d, een -t of een -dt schrijft. Je hoeft jezelf maar een paar vragen te stellen om dt-twijfel op te lossen.
De hamvraag is:
Is het woord een voltooid deelwoord of niet?
Om daarachter te komen, zet je de zin in het meervoud als hij in het enkelvoud staat. Of in het enkelvoud (als hij in het meervoud staat). Bijvoorbeeld:
1.a De vrouw heeft de diefstal bekend. (enkelvoud)
1.b De vrouwen hebben de diefstallen bekend. (meervoud)
2.a De mannen herkenden hun zoons niet meer. (meervoud)
2.b De man herkende zijn zoon niet meer. (enkelvoud)
Mogelijkheid 1: het werkwoord blijft hetzelfde. Dan heb je te maken met een voltooid deelwoord.
Hoe weet je of je het voltooid deelwoord met een -d of met een -t schrijft?
Mogelijkheid 2: het werkwoord verandert mee. Dan heb je te maken met een persoonsvorm, en dus niet met een voltooid deelwoord.
Krijgt de persoonsvorm -d, -t of -dt?